Gedichtendagen

Gedichtendag 2023, Workshop Pictopoëzie in Zwolle

Doe jij mee?

Lees alles over het leren schrijven van Pictopoëzie op de pagina activiteiten.

Gedichtendag 2008, thema DE DINGEN

OPEN POEZIEDIUM in Locatie Oostergo. Poëzie en muziek wisselen elkaar af.
’s Avonds treedt het Zwols dichterscollectief op in de Statenzaal van de bibliotheek Zwolle.

DE DINGEN

Van alle dingen
die mij dierbaar zijn
stop ik een virtuele versie
in mijn mandje op het scherm

zo kan ik alles koesteren
en sparen voor later
als ik ouder ben
en terug wil zien

op wat ik ooit
bezeten heb
en dan vergeten ben
misschien

die nooitgedragen zonnehoed
dat groene opschrijfboekje
mijn eerste eigen schilderij
dat trommeltje met
rommeltjes van vroeger

die knoop, dat speldje en die ring
die ene ansichtkaart, die toen
mijn leven aan dat zijden draadje
hing

Trijntje Gosker, gedichtendag 2008

Gedichtendag 25 januari 2007

Uit De Stentor van 26 januari 2007:

Een bescheiden groep dichters heeft gisteren in de Broerenkerk uit eigen werk voorgedragen voor met name vakgenoten. Doel: het uitdragen van plezier in dichten tijdens de nationale gedichtendag.

Het Open Poëziedium werd slecht bezocht door belangstellenden. Dichter en gastvrouw Trijntje de Wit-Gosker legt uit waarom dat niet erg is. ”Elkaar inspireren is uiteindelijk belangrijker. Je bestuift een collega als het ware met teksten en ideeën.’ Het thema is ‘Stilte’, maar de onderwerpen van de gedichten zijn gevarieerd. ‘Door de voordrager de vrije keuze te laten, voelt hij zich meer op zijn gemak. Dit draagt bij aan het plezier.’

In de kerk klinken de voorgedragen gedichten indringend en passievol waardoor de bedoeling van de schrijver duidelijk overkomt. ‘Gedrukte teksten behouden hun gelijk, alleen de lezer weet van wankelen…’ , aldus Gosker. Als extraatje las Yerna van den Driesschen (Gent, België) met veel emotie voor uit eigen werk. De Vlaamse component van de Nederlandse taal bleek een verrijking.

Stadsdichter Paul Gellings heeft gisteravond in de Statenzaal van de Centrale Bibliotheek verteld en voorgelezen uit zijn werk. Een van zijn nieuwe gedichten werd er in druk aangeboden. Alle aanwezigen kregen gratis een gedicht van Gellings mee, al dan niet gesigneerd.
(door Willem van Schoot, De Stentor, 26 januari 2006)

Broerenkerk in materie

In deze materie te mogen verstillen
in deze leegte die de ruimte vult
een plek om te delen met
broeren en zusteren…WEES STIL!En luister…
Hoor, hoe de wereld buiten
op het winkelend plein
haar euro’s verbloemtEn hoe hier binnen
in een kuch en een zucht
de lucht in de leegte
haar weg vindtEn in je zelf…Je hersens kraken als oude scharnieren
ze tasten je gangen af
waar was jij toen geluid als geluid
nog nooit was beluisterd
en je ogen nog blind voor de zon…Ruik de geur van gouden regen en
koester de kelder van toen
toen jij je verschuilde
want zij bracht je uiteindelijk tot hier
in deze ruimte waarin de echo van je ziel
weer klinken mag,

STIL!

Je ingehouden adem streelt
de wanden van je keel, je buik,
het leven kriebelt, het kietelt
door de banen van je nerven,
als een kind in de Efteling,
een pias op het slappe koord.
Voel hoe je wankelt en lacht om jezelf

JE LEEFT!

Ik kijk om me heen
zie de lijnen en kleuren
ze strelen het netvlies
pimpen mijn gedachten
knabbelen aan het bevattingsvermogen

Ik voel nog weerstand bij het kijken
vind ik dit mooi? vind ik het raar?
het kraakt in mijn brein

Alleen als ik leeg ben kan ik genieten
zie ik de schaduw spelen met het licht

Ik kijk met mijn buik
en ruik met mijn handen

HOOR

hakken tikken op het wit
mijn hart klopt, alles klopt
hier
in deze ruimte.

Trijntje Gosker, gedichtendag 2007

Gedichtendag 26 januari 2006

Uit De Stentor:

Net als vele andere Zwollenaren voelde ik weerstand toen in de krant melding werd gemaakt van de komst van de IJsseltoren die hoger zou worden dan de Peperbus. De onder water zwemmende peutertjes op de grote poster stelden me niet gerust toen de bouw begon. Twee maal daags reed ik er langs. Laag voor laag groeide de toren en daarmee mijn respect voor de makers ervan. Mijn mening evolueerde van ‘ hmm ‘, en ‘ ach, dat valt niet tegen tot nu toe ‘, via ‘ het heeft wel wat ‘ naar ‘ toch best een fraai gebouw ‘. De toren, haar bestemming en de plek waar ze staat inspireerden mij tot het maken van dit gedicht:

De IJsseltoren

Zie daar hoe licht haar blik zich richt
naar de eindeloze rijen op de snelweg uit het westen
naar de rijkdom van de IJssel, golvend water en metaal.

Staat ze daar en recht haar rug opdat
niets haar uit het evenwicht zal brengen
in het belang van haar balans.

Haar brede boezem boezemt vrees in
of vertrouwen, veilig achter dubbel glas
schittert zij hoger dan hoog.

Genoeg is meer dan veel, zegt zij
en torent daar dan boven uit
sierlijk zonder krullen.

Zo kijkt zij, zwijgt zij, neemt en krijgt zij
zonder meer, met haar handen op haar heupen,
Zwolle aan haar voeten

Trijntje Gosker, 2006
bij de komst van de IJsseltoren aan de A28 bij Zwolle
Gepubliceerd in De Stentor, 26 januari 2006, gedichtendag
en in een speciale uitgave van ABN-AMRO ter gelegenheid van de opening van de IJsseltoren (Wegener, Studio Speciale Uitgaven, 2006)

Trijntje Gosker treedt op in Enschede, gedichtendag 2006

Trijntje Gosker en Gertjan Adema treden op tijdens het Poëziediner in Het Paradijs te Enschede www.hetparadijs.com. De presentatie ligt in handen van Miriam Janssen van De TalenTuin . Het Paradijs coördineert de keuken en Gertjan Adema uit Zwolle omlijst de gedichtenblokjes met passende gitaarmuziek en begeleidt het optreden van Trijntje Gosker.

Het gedicht over Zwolle dat geschreven werd op gedichtendag 2005:

Zwolle

laat haar lamplicht schijnen
vanaf het nieuwe stadskantoor

hoor
hoe de peperbus met haan
haar carillon weer
klinken doet over de stad
van sassenpoort en
hanekamp tot
terug naar adam

en zie
straks -als ze af zal zijn-
een torenhoog gebouw
voor geld
en andere zaken

snuif
de geur van nieuw
theater waar concerten
kunnen klinken
als een stadion
vol onvergokt talent
als brood voor hedon

loop
de grote-, broerenkerk
eens in
of de moskee en synagoge
de loge van vrijmetselaars
(m/v?)
de basiliek
het lege klooster

lees
thomas à kempis
thorbecke
potgieter
bartjens
hille, cele, feith

proef
zoete balletjes
van het huis
mosterd en azijn
wijndragerstoren
de ster van librije
bananen op de markt

fiets
het rondje
langs de dijken
met de veren
over ijssel
en vecht
voor je gezondheid
oldeniel

vaar
langs alle
ijsselbruggen
naar
de hanzestad
van toen
binnen de grachten

leef mee
met filosofen in de atlas
en met het politiek café
met hete brij vol poëzie
met botten van mummie
beelden van anninga

sterf
voor je stad, je zelf, je ideaal
maar wacht
tot je bent uitgeleefd
doodgaan
kan altijd nog wel
bergklooster wacht
geduldig

wees
zwollenaar
in elke cel
in alle vezels van je lijf
en blijf
want Zwolle is een stad
van smaak en sfeer

wat wil je meer?

Trijntje Gosker, gedichtendag 2005
Bovenstaand gedicht heeft lange tijd gehangen in locatie Oostergo, Pletterstraat Zwolle

Het Zwols Dichterscollectief organiseerde eerder voor Zwolle een Open Podium
2004: In Het Vliegenhuys
2005: In Locatie OostergoHieronder het verslag van de gedichtendag in Zwolle, 27 januari 2005De Stentor, 28 januari 2005:Stadsdichter meldt zich niet op open podium
door Ingrid Stijkel

28 januari 2005 – ZWOLLE –
De selectiecommissie voor de stadsdichter van Zwolle krijgt het nog moeilijk. Geen enkele van de twaalf dichters uit stad en regio die gisteren in locatie Oostergo de landelijke gedichtendag vierden, lijkt warm te lopen voor het stadsdichterschap. Terwijl er het ene na het andere gedicht over Zwolle werd voorgedragen.

Proef.
zoete balletjes
van het huis
mosterd en azijn
Wijndragerstoren
de ster van Librije
bananen op de markt.

Het is van de hand van Trijntje Gosker. Ze is lid van het Zwolse dichterscollectief Rita dat gisteren in het café/restaurant Locatie Oostergo aan de Pletterstraat in het kader van de landelijke gedichtendag een open podium hield. Leden van het collectief en andere dicht-liefhebbers betraden er het podium op de zolderverdieping van het oude pakhuisje, om er hun mooiste dichtwoorden te delen met anderen.
Gosker zit dichten in de genen. Ooit werkte het voor haar therapeutisch. Nu is het meer dan dat. ‘Het is schilderen met woorden’, vertelt ze. Maar stadsdichter worden, daar begint ze niet aan, zegt ze stellig in de pauze van het open podium-programma. ‘Als je dat doet, dan moet je het ook goed doen en er de tijd voor nemen. Bovendien heb ik geen bundel gepubliceerd en dat verwacht de selectiecommissie wel.’ Gosker is ook bang dat ‘er teveel aan haar getrokken zal worden’. ‘Ik ben bang dat dat zijn weerslag zal hebben op mijn gedichten.’
Geen enkele dichter uit het collectief – vernoemt naar wijlen oprichtster Rita Sanders van de Schrijversschool – loopt warm voor het stadsdichterschap. Terwijl wel de vereiste bevlogenheid in deze club zit. ‘Het is de kick om iets moois van woorden te maken’, omschrijft Hedwig Selles haar passie. ‘Het is enorm spannend om te spelen met de vorm van woorden. Er moeten er zo min mogelijk overblijven.’
Selles heeft in tegenstellig tot haar dichterscollega wel een dichtbundel uitgegeven. Maar ook zij wil de titel stadsdichter niet voor haar naam hebben staan. ‘Mijn zinnen zijn mij te dierbaar om op te dragen aan de A28′, zegt ze stellig. ‘Het is een hype, dat stadsdichterschap. Iedere stad heeft er ineens een.’ Het enige wat er mooi aan is, is volgens Selles dat ‘poëzie eindelijk eens serieus wordt genomen’.